Wandeling 2, 2021

Ergens in de tweede helft van de jaren zeventig werd Friese taal en cultuur onderdeel van het lespakket op de Friese lagere scholen. Veel friestalige kinderen zaten er niet bij me in de klas, inclusief mij waren het er twee. Op de gehele school waren het er iets meer want we hadden beiden een zusje op dezelfde school. Daarmee was het percentrage friestalige kinderen veel hoger dan het percentage friestalige meesters en juffen.

De Tjonger

Ze maakten het zichzelf niet onnodig moeilijk en beperkten de Friese les tot het zingen van het Fries volkslied en Simmermoarn. Het volkslied horen we misschien wat vaker dan wenselijk; laten we het gewoon beperken tot sportwedstrijden. Voor Simmermoarn heb ik altijd een zwak gehouden. Daarom een linkje naar de tekst en hier een uitvoering

[su_youtube url=”https://www.youtube.com/watch?v=3exhh4oxByU”]

 

De rivier de Tjonger vormt de taalgrens tussen het friestalige deel van Friesland en het hollandstalige deel. Aan de noordkant wordt Fries gesproken, aan de zuidkant hollands. De scheiding is niet helemaal waterdicht. Mijn lagere school stond ver ten noorden van de Tjonger. Kinderen, ouders, meesters en juffen hadden geen idee wie degene was naar wie de school genoemd was. De school heeft later dan ook een andere naam gekregen, maar het stemt me nog altijd tevreden op een school gezeten te hebben die genoemd was naar iemand op wie we als Nederlanders buitengewoon trots mogen zijn. Een toen nog jonge Maarten van Rossem schreef in dezelfde tijd zijn afstudeerscriptie over hem.

We begonnen de kuier op een parkeerterreintje bij een sluisje in de Tjonger. De Tjonger heeft trouwens ook te maken met Kuinderloo, maar we moeten bij deze wandelverslagen niet te veel afdwalen. Snel het bruggetje over en via de zuidoever naar het westen. Je loopt dan langs de noordkant van de Delleboersterheide. Dat deel is gedeeltelijk beschermd natuurgebied en niet toegankelijk. Aan de noordkant van dit deel van de Tjonger ligt het gebied de Kleikervennen. Ook beschermd, niet toegankelijk en vermoedelijk een mooi gebied. Op de andere oever loop je er langs, maar je moet doorlopen tot Oldeberkoop en daarna langs de weg naar het dorpje.

Delleboersterheide

Na ongeveer twee kilometer kun je linksaf de Delleboersterheide op. Een rode wandelroute maakt maakt ook gebruik van dit doorsteekje, dus het is relatief gemakkelijk te vinden. Als de jonge dieren groot zijn mag je ook een stukje verder lopen. Na zo’n 500 meter is daar ook weer een oversteek. De Delleboersterheide is zo’n gebied waarvan je je afvraagt hoe het zo onbekend kan zijn. De acacia’s ontbreken, maar verder schreeuwt het hele terrein “savanne”. De leeuwen zitten er vlak bij, maar wel achter een hek.

We verlaten het terrein bij de Catspoele en lopen via het zandpad naar het parkeerterrein tussen de Delleboersterheide en het Diakonievene. Hier werden we opgewacht  met koffie, thee, fris, versnaperingen en medailles. Top T!

 

Diakonievene

Zoals de naam al doet vermoeden is het Diakonievene een oud turfwingebied. Vanuit de lucht kun je de structuur met legakkers nog wel herkennen. De kerkelijke armenzorg van Nijeberkoop gebruikte de turf om de bevolking warm te houden. Het was een vorm van energievoorziening die in vrijwel geheel Nederland tot het verdwijnen van hoogveen leidde. Onze laatste Nobelprijswinnaar is geboren aan de rand van het laatste stukje.

 

 

Vanaf het Diakonievene doorkruisten we Egypte (de weg, niet het land). Langs het bos, tussen de velden door, door een prachtig stukje zwaar verborgen heideveld met een bochtje terug naar de Tjonger. Daar het hekje over klimmen en langs de grote rivier terug naar het parkeerterreintje. Veertien paar ogen keken ons aan met een blik van “zijn jullie daar eindelijk?” Ach ja, wandelen leidt tot afdwalen en diepe gedachten. Wellicht vinden we volgende keer een aanleiding om uit te weiden over het filosofieonderwijs van een mannetjesputter uit de oudheid.

Organisatoren, weer onze grote dank voor het aangenaam verpozen.