De wandelaars
Als wandelaar bevind je je in goed gezelschap. De jonge Charles Darwin trok er het liefst de hele dag op uit om de natuur te bestuderen. Zijn vader zag er weinig heil in en liet Darwin theologie studeren. In het Engeland van de negentiende eeuw was dat geen vreemde keus. Een theoloog kon eenvoudig ergens op het platteland dominee worden met een heel behoorlijk vast inkomen en veel vrije tijd. Er is dan ook een hele reeks Engelse dominees die belangrijke bijdragen aan de wetenschap hebben geleverd. Bayes is vermoedelijk de bekendste.
De studie leverde Darwin een plek op aan boord van een meerjarige expeditie met de Beagle. De kapitein zag het wel zitten om een jonge theoloog aan boord te hebben met wie hij tijdens de vele lange avonden diepgaande theologische gesprekken kon voeren. Het liep niet helemaal zoals de kapitein het zich had voorgesteld, maar het leverde een baanbrekend nieuw inzicht op. Het leven ontwikkelt zich doordat de best aangepaste de grootste kans heeft zich succesvol voort te planten.
De Duitse filosoof Immanuel Kant was ook een groot wandelaar, en erg punctueel. Het inspireerde Heine tot de grap dat de huisvrouwen van Koningsbergen hun klok dagelijks gelijkzetten op het passeren van Kant tijdens zijn middagwandeling. Anders dan Darwin wandelde Kant niet om de omgeving te bestuderen, maar omdat het goed denkt tijdens het wandelen.
Het wandelend filosoferen heeft een lange geschiedenis. We vinden het al terug in het werk van een mannetjesputter uit de Griekse oudheid. We hebben het natuurlijk over de breed geschouderde worstelaar Plato. Even een kort terzijde in het verslag van deze simmerjunkuier. Bij de huiskamervragen van vorige week wisten twee leden de naam Coornhert te vinden, een paar mensen wisten dat Ben Feringa onze laatste Nobelprijswinnaar was, maar niemand wist dat zijn wieg aan de rand van het laatste stukje Nederlands hoogveen stond. Dat betrof natuurlijk het Bargerveen, nog steeds te bezoeken in het museum Veenpark te Barger-Compascuum. Inderdaad, de geboorteplaats van Feringa.
Canada
Goed, we waren gebleven bij het antwoord op de derde vraag van vorige week: Plato. Niemand wist dat hij de gezochte mannetjesputter was, dus we vertrokken voor de derde kuier van dit jaar met twee gratis deelnemers. De andere zeven moesten op zoek naar de vlaggen. Nadat we vorige week in de mail Egypte al als Canada hadden betiteld, konden we dan nu daadwerkelijk vanaf het vertrekpunt Canada oversteken.
Na een stukje wandelen langs de rand van het Aekingerzand herhaalden we operatie Canada in omgekeerde richting om via een kort bezoek aan het Canadameer het bosgebied daar te bezoeken. Het is een mooi stukje bos, maar met op twee plaatsen verontrustend veel Japanse Duizendknoop. Op Kuinderloo hebben we het redelijk onder controle, maar hier groeit het echt metershoog. Via wat omzwervingen door het bos en een klein stukje verharde weg kwamen we opnieuw bij Canada uit. Hier leiden blijkbaar alle paden naar Canada in plaats van naar Rome.
Op een picknickplaats naast Canda wachtte T ons al op. Ook zij had Canada gelukkig weten te vinden. T, we waren ook nu weer blij met de koffie, thee, fris, snoepgoed en medailles. Doordat onze vlaggenplaatser bij T op de andere wandelaars wachtte waren we nu met z’n elven. Helaas was de rest van de route niet geschikt voor T. Na haar vertrek, met de vlaggen, lieten we Canada voor de time being achter ons en vervolgenden we de route onder leiding van onze vlaggenhoofdman. Daar kwamen de vlaggenzoekers mooi mee weg.
het Aekingerzand
In het oude Athene ontwikkelde de filosofie zich al wandelend. Diepe gesprekken voerend wandelde Socrates met zijn leerlingen, waaronder Plato, wat af. Socrates was een wonderlijk figuur, bekend in heel Athene. Hij was een held uit de Peloponnesische oorlog, werd op de hak genomen door toneelschrijver Aristophanes en werd door het orakel van Delphi aangewezen als de wijste onder de mensen. Dat laatste zat Socrates niet lekker. Hij kende zijn eigen onwetendheid en zag onder zijn stadsgenoten velen die met grote zekerheid van alles meenden te weten.
De sociale instincten van Socrates waren niet uitzonderlijk goed ontwikkeld, want hij ging met zijn stadsgenoten in gesprek om aan te tonen dat zij zeker meer wisten dan hij. Socrates vroeg door op de antwoorden die hij kreeg. Onveranderlijk strandde dat doorvragen op “dat heb ik gehoord en dat geloof ik” en “omdat de goden het zo bepalen”. Het zou een terugkerend thema van filosofen blijken. De Spanjaard Ortega y Gasset besprak het uitgebreid in zijn werk “De opstand der horden”, Bertrand Russel verzuchtte “The fundamental cause of the trouble in the modern world today is that the stupid are cocksure while the intelligent are full of doubt.”
Het Aekingerzand is een heideachtige duingebied waar ooit een naaldbos op is gepland. Staatsbosbeheer heeft dat een jaar of 15 geleden grotendeels gekapt waardoor het gebied zich nu aan het herstellen is tot de woeste grond die het ooit was. Het gevolg is een prachtig open gebied met her en der wat bomen en wat vennetjes. Op een hooggelegen punt in het gebied staat een uitkijktoren. Hij is niet zo heel hoog, maar je hebt er een prachtig uitzicht. Voor ons was het een natuurlijk pauzepunt voor we verder trokken door de zandverstuiving die ook in het gebied ligt. Kortom, gaat verder door de woestijn.
De woestijn
Terug naar Socrates. Zijn medeburgers vonden het niet leuk dat hun onwetendheid aan het licht kwam. Als denker en zoeker naar waarheid had Socrates niet veel op met de verklaring “dat komt door de goden”. Het kan alles verklaren en sluit niets uit. Vele eeuwen voor Popper nam Socrates hier geen genoegen mee. Voor de Atheners was dit de stok waarmee ze hem konden slaan: hij eerde hun goden niet en werd daarvoor ter dood veroordeeld. Hij had gemakkelijk aan zijn straf kunnen ontkomen, maar zijn innerlijk orakel hield zich daarover stil. Socrates bespreekt zijn inzichten voor het laatst met zijn vrienden, drinkt de gifbeker met dollekervel leeg en sterft.
Wij wandelden verder bij de ondergaande zon die het Aekingerzand in een prachtig licht zette. Terug naar Canada.
Het werk van Plato is vaak in het Nederlands vertaalt een tot verbazing van velen heel toegankelijk geschreven. Dat brengt ons op de volgende huiskamervraag. Er was een Nederlander die bijna de Nobelprijs voor de literatuur won, maar uiteindelijk net niet. We zullen het dit keer niet te moeilijk maken. Wat was de titel van het boek dat begon met de zin “Toen de wereld vijf eeuwen jonger was, hadden alle levensgevallen veel scherper uiterlijke vormen dan nu.”